Hein Dingemans (1962)
Hein is gefascineerd door natuurvolkeren uit Nigeria, Zuid-Soedan, Tutsi’s uit Rwanda, Polynesiërs van de Marquesas eilanden en vooral Aborigines, de oorspronkelijke bewoners van Australië. “De 9e Arunta Aboriginal, niet alleen gespierd, maar ook bere, bere sterk”, is onder één van Heins tekeningen te lezen. En zo zien zijn inheemse stammen er ook uit: in imponerende bodybuild poses tonen ze vol trots hun buitensporige spierbundels waarover vingerdik de gezwollen aderen lopen. Hun extreem grote lid piekt op het hoogtepunt van zijn potentie fier omhoog. Soms springt er een Yin Yang-balletje of dobbelsteen uit. “Dit is om aan seks een beetje humor te geven.”
Uitlaatklep
Hein zit tegenover me in zijn miniatelier in Rotterdam. Hij heeft net zo’n uitgesproken uiterlijk als de figuren op zijn tekeningen: groot van postuur, tatoeages op armen, rug en benen en zijn slapen geschoren tot een hanenkam met lange dreadlocks.
Samen gaan we terug in de tijd. Hein vertelt dat hij zijn eerste bodybuilders maakte op zijn dertiende, geïnspireerd door kleerkasten in strips als Suske en Wiske, Asterix en Obelix en Tarzan. Waren de lessen op school saai, dan tekende hij in zijn agenda zogenaamde ‘een-twee-minuten-poppetjes’ van enkele centimeters. Gedurende weken, maanden en jaren groeiden ze in grootte en detail: het wilde kroeshaar werd fijner, de borstkas breder, de taille smaller en de spierpartijen forser.
Toen ging het geslacht van zijn creaturen nog schuil achter stoere heavy metal gitaren, die net zo zeer symbool lijken te staan voor de mannelijke potentie als de erecties in zijn latere werk. “Het zijn geen rico’s (piemels, red.)”, corrigeert Hein, “Zo heb ik ze niet bedoeld. Ik ben gewoon een liefhebber van gitaarmuziek. Al kan ik me wel voorstellen dat mensen dat er in zien, doordat de gitaristen wijdbeens staan met een grote gitaar tussen de benen.” Tegenwoordig hebben de fallussen in Heins erotische werk zich ontwikkeld tot extreme grootte en reiken ze tot ver boven navelhoogte, omdat ze volgens Hein “opgeviagraad zijn door een overdosis aan Viagra-pilletjes.”
Meestal voorziet Hein zijn werk van lange titels waarin hij volk en stam bij naam en toenaam vermeldt. Voor de grap zet hij af en toe de naam van een band of een vriend bij de afbeelding. Ook vernoemt Hein zijn figuren wel eens naar zichzelf. “Dat is misschien hoe ik er zelf graag uit zou willen zien, maar dan in wat mindere mate.”
Hein zegt zijn potente alter ego’s te tekenen om zich seksueel te ontladen. “Door een lichte vorm van handicap kan ik moeilijk aan een meisje komen: contact¬problemen, een soort verlegenheid. Dan teken ik als uitlaatklep voor mijn seksuele behoeften.”
Fanatiek weeramateur
Een tweede manier voor Hein om spanningen kwijt te raken is door middel van het weer. Als fanatieke weeramateur volgt hij iedere dag nauwgezet de weerberichten op de radio en doet hij zelf metingen op het balkon. Van storm en een onweersbui kan hij erg opgewonden raken. “De hele entourage fascineert me: de sfeer, mooie luchten, bliksemstralen, het geluid.” Met een MD-recorder maakt hij geluidsopnames, die hij afluistert op zijn walkman. “Ik houd van onweer. De ontlading van een onweersbui maakt me rustig.”
In Heins werk speelt het weer steeds vaker een rol. Soms op de achtergrond in de vorm van een wolkenpartij, soms als centrale voorstelling zoals op een doek over de eclips en in zijn etsen van tornado’s.
Elfen en trollen
De laatste jaren legt Hein zich toe op zijn oude liefde voor elfen en trollen. Vanaf de jaren tachtig had hij een stille bewondering voor hen, aangewakkerd door de strip Elfquest en de film The Dark Crystal. De bioscoophit Lord of the Rings heeft zijn liefde nieuw leven ingeblazen. Net als bij de natuurvolkeren vormen de elfen en trollen, rassen en stammen. Op een groot vel papier inventariseert Hein de namen die hij ze heeft gegeven, hun stam, land van herkomst en oogkleur. Ook zijn de elfen te herkennen aan hun huidskleur en staart. “Ik vond het leuk om een eigen variant aan de elfen toe te voegen door ze in plaats van vleugels een staart te geven.” Zo zijn bijvoorbeeld de tropische elfen donkergroen en zijn de arctische elfen die rond de poolcirkel wonen, rood. Allebei hebben ze een geschubde staart, metals verschil dat deze bij de arctische elfen een harig uiteinde heeft. In de staarten zit een bijzonder puntje dat oplicht als de elf opgewonden is. Ook de geslachtsdelen geven dan licht. “Groenblauw licht, net als een glimworm”, voegt Hein er aan toe, “En zijn sperma ruikt naar pas gemaaid gras. Zo ruiken elfen, een beetje stalachtig, naar turf en jute; een geur die ook voor mensen opwindend is.” De amandelvormig pupillen van de elfen, geeft hen een hele prettige blik, aldus Hein. “Een soort blijheidgevoel; de elfen beuren me op. Ze geven plezier in mijn hart.”
“Dat is pas integratie” In zijn meest recente werk laat Hein al zijn werelden samenkomen. Op zijn tekentafel ligt een aquarel van een man en een vrouw in een innige pose, haar borsten half bloot, onder zijn lendendoek een flinke jongen. “Een stelletje van een Polynesiër en een elf, dat is pas integratie!”, juicht Hein. Een andere aquarel met twee elfen die een Arabier op hun schouders tillen, herbergt een triester maatschappijkritisch verhaal, gebaseerd op een droom. Hein vertelt: “Alle drie zijn het gitaristen uit de band van de musical Jesus Christ Superstar. De linker elf werd tijdens een wandeling in de bossen rond Washington DC afgetuigd door leden van de Ku Klux Klan, die hem aanzagen voor de duivel. Half dood geslagen kon hij nog net met zijn telepathische gave de andere bandleden te hulp roepen. Net toen de extreme Christenen een Pittbul op de elf hadden losgelaten, verscheen de Arabier. Hij redde zijn leven door de hond met zijn mes te doden. In Tuscon, Arizona toverde Professor Barabas uit Suske en Wiske met zijn tijdmachine genezers uit Elfquest en de druïde Panoramix uit Astrix en Obelix te voorschijn, om de elf te genezen. Aanvankelijk leek hij er niet helemaal honderd procent bovenop te komen. Hij was depressief en vroeg zich af: “Wat heb ik gedaan waardoor ik de mensen zo kwaad heb gemaakt, daar word je niet echt vrolijk van.”
Volgens de inventarisatielijst van Hein komen elfen en trollen over de hele wereld voor. “Omdat de mensen ze niet begrijpen, zijn ze niet zichtbaar voor ons.” Ik vraag Hein of hij zelf misschien ook een elf is. Hij lacht en antwoordt: “Wie weet?!”. Met een zwaai van zijn hoofd gooit Hein de tot dikke staart verkleefde dreadlock achter in zijn nek. En ik denk: “Ja, ik weet.” .
Tekst: Yvonne Beelen
Expositieoverzicht
1996 Galerie Kijkoor, Hilversum
1997 Gemeentemuseum Bellary, Vlissingen
1998 solotentoonstelling in Gallery @ Wares for Art, New York, V.S.
1999 Les Indiens, Musée d’Art Différencié, Luik, België
2000 solotentoonstelling in Gallery Project A, Glasgow, Schotland
2000 Museum Kyosei No Sato, Amagi-city, Japan
2002 “Buiten Zinnen”, Museum Booijmans Van Beuningen, Rotterdam
2002 “Welkom de Stadshof”, Museum Dr. Guislain, Gent, België
2003 Outsider Art Fair, New York, V.S.
2003 Expositie en Symposium, Gent, België
2004 Art Institute, Chicago, V.S.
2005 solo expositie Gaia Museum, Randers, Denemarken
2005 The Great Hall Gallery in New York, V,S,
2005 “De Vlaamse Reus”, Galerie Herenplaats, Rotterdam
2005 Pure Vision Arts, New York, V.S.
2006 “Beasts”, New York, V.S.
2006 Jubileumexpositie 15 jaar Herenplaats, Galerie Herenplaats, Rotterdam
2007 “Wereld van Herenplaats”, Street Art meets Herenplaats, Galerie Herenplaats, Rotterdam
2007 Project Ability, Glasgow, Schotland
2007 “INTUIT SHOW”, Chicago, V.S.
2007 “Helden van Herenplaats”, Galerie Herenplaats, Rotterdam
2007 “No Name”, Galerie Alte Turnhalle, Bad Durkheim, Duitsland
2008 “Bezet”, project Budafabriek in Kortrijk, België
2009 GAIA museum, Randers, Denemarken “Kiss and fly – The art of sex, love and eroticism”
2009 “Gek op tekenen”, atelier Herenplaats, Rotterdam
2009 “Outsider Art”, Galerie De Compagnie, Dordrecht
2009 “Ik ben ik”, Outsider Art in het Glazen Huis, Amsterdam
2010 “Outsider Art Fair”, New York, V.S.
2010 “Outsider Art Salon”, Galerie Herenplaats, Rotterdam
2011 Outsider Art Expositie, Wijk bij Duurstede
2012 Art Brut Biënnale, Hengelo
2013 “Borelo-Lifemap”, Artium, Fuhuoka, Japan
2013 GROOS, Schieblock, Schiekade, Rotterdam
2013 La Brut, Rotterdam
2014 Grenzeloos Kunst Verkennen, IJhorst
2018 “Zomergasten” – Dr. Guislain Museum, Gent (België)
2018 “Keiharde Kunst”, Galerie Herenplaats, Rotterdam
2018 Outsider Art Fair, Parijs (Frankrijk)
2018 Art Brut Biënnale, Hengelo
2018 “Oeil-art”, Frankrijk
2019 ‘Outsider Art Fair’, Parijs
Catalogi
2001 Madness, Rotterdam
2002 Folly Drawings, over geschiedenis van de in- en outsiders in de kunst
2006 artikel in tijdschrift Out of Art, mei 2006
Collecties
Outsider Art Museum, Amsterdam
Collectie van Max E. Ammann, Zwitserland